maandag 27 november 2023

Lijstje 107

Het eerste nummer is even doorbijten. Ik zat te twijfelen of ik het als laatste of eerste zou zetten. Het werd dus de eerste plaats. Voor mensen die niet houden van gitaarmuren sla het eerste nummer over. Of als je installatie heel hard kan. Zet het nummer eens heel hard op en hoor hoe de gitaren in elkaar overlopen, hoe het mooie refrein van Stanger in Our Town door de drones heen klinken. Toen ik het hele nummer op orkaansterkte had gehoord riep ik spontaan Wow! Het is vreemd, het is lawaaiig, maar er zit een hele mooie schoonheid in. Het nummer is van Jeffrey Pierce en die was op zijn manier ook lawaaierig. Hoe hij zelf zou kunnen klinken hoor je later in het nummer Yellow Eyes. Het is een nummer van de lp Mother Juno. Volgens mij is het een bewerking gedaan door Nick Cave (zijn ‘rivaal’ destijds als belangrijkste underground artiest) en Warren Ellis. Ik ben nooit zo’n fan geweest van het geluid van Mother Juno. Ik vind deze versie veel mooier. De kwetsbaarheid van Jeffrey Lee Pierce komt hier heel mooi in uit. 


 Lewsberg hoorde ik op mijn discover weekly en moest meteen aan Lou Reed denken. Die voortkabbelende gitaar, die praatzang. Toch bijzonder dat je zonder echt te zingen en zelf zonder echt een solo een mooi nummer kan maken. Daarna een nummer van de meester zelf. Dat is wel een hogere orde praatzang met gitaar en drums. Ik hoorde dit nummer ruim 40 jaar gelden voor het eerst bij Alan Bangs in zijn programma Night Flight. Ergens tussen kwart over 12 en 2 uur in de nacht. Dat was pas radio. Magisch. Je had echt altijd het gevoel dat Alan Bangs tegen jou praatte en zijn muziek en een deel van zijn leven met je wilde delen. Anders kan ik het niet omschrijven. En soms kwam er een nummer voorbij dat niet alleen precies paste, maar die me echt omver blies, zoals The Gun van Lou Reed. Ik zal die eerste keer nooit vergeten. Ik was niet zo’n Lou Reed fan en ben dat eigenlijk nog steeds niet. De lp waar dit van komt ken ik nauwelijks. Maar nu ik het weer hoor en met mijn betere installatie ook de mooie baslijnen hoor wordt het nog beter. Want niet alleen Lou Reed was goed, maar ook bassist Fernando Saunders en gitarist Robert Quine. Briljante zin uit het nummer van Tom Waits Frank’s Wild Years Never could stand that dog. Wat een mooi nummer is dit toch. Zo absurd lekker losjes gespeeld en gesproken. Tinderbox van Fred Eaglesmith is een lp die qua geluid sterk aanleunt tegen Tom Waits. Een hoog potten en pannen gehalte. Ik heb hem toen ook een keer live gezien. In Ekko. (“ had some nice witlof”). De drummer had wat moeite om maat te houden. Maar dat gaf het concert juist wel een bepaalde charme. De nummers bewogen als het ware, ze waren wat wobbelig. Van Sinead O’Connor ben ik nooit een heel groot fan geweest. Ik vond haar nummers altijd wat te langzaam en sloom. Haar lp met Sly & Robbie vond ik wel goed. Ook was ik onder de indruk van haar als persoon. Zoals in een aflevering van Zomergasten waarin ze enorm werd af gekafferd omdat ze my man is gone now niet goed zou zingen. Ze is een merkwaardige mix van een kwetsbare vrouw die ter gelijke tijd geen compromissen wil sluiten. Ik werd er door Harry op gewezen dat haar latere werk ook echt wel goed is. En dat is het zeker. Er staat ook nog wel een heel claustrofobisch nummer op Delicate Cutters van Throwing Muses. Ik heb wat research gedaan. En ze blijkt nogal wat demonen te hebben de in haar muziek te lijf is gegaan. Ik las in een artikel in The Gaurdian dat ze een bipolaire stoornis heeft. Citaat over hoe ze live was in 2005 “Hersh's mood changes resemble those of Linda Blair in The Exorcist.”